Nederland kent een doolhof van water en land. Mensen hebben ooit gewoond in het verdronken land van Saeftinghe. Echter, de zee heeft gewonnen dit keer.
Welvarende polder
Vrijwel heel Zeeland heeft er zo uitgezien, voordat mensen er zich vestigde. Een verdronken land met slikkerige geulen die droogvallen bij laag water. Zeekraal, lamsoor en lepelblad tieren hier voornamelijk. Ineens was het hier ingepolderd. De schorren en veengebieden van Saeftinghe veranderde in de 13de eeuw in een welvarende polder met vier dorpen: Saeftinghe, Namen, Sint-Laureins en Casuwele. Brood werd op de plank gebracht door veeteelt en zoutwinning.
Verdwijning van Saeftinghe
In 1570 zette de Allerheiligenvloed vrijwel het hele gebied onder water. Het dorp Saeftinghe en de toren van Namen kwamen nog net boven het wateroppervlak uit. Bij de belegering van Antwerpen staken de Nederlandse soldaten in 1584 de dijken door. Hierdoor verdween Saeftinghe volledig onder de golven. Een land van maar liefst 3.850 hectare ging kopje onder in de zee. Bij laag water komen soms restanten van huizen en kerken bloot te liggen. Echter, de kans om iets te zien wordt steeds kleiner door het stijgende zeeniveau.
Zeeuwse oerlandschap
Het Zeeuwse oerlandschap van Saeftinghe begint ten noorden van Emmadorp. Geulen stromen langs slikken (bij vloed onder water) en schorren (alleen bij springtij onder water). Wist u dat de grootste schorren een naam kregen? De schorren kregen de namen het Hondegat, het Speelmansgat en de IJskelder.
Natuurgebied
Het natuurgebied is beschermd en deels vrij toegankelijk. Echter, bij vloed kunt u voor onaangename verrassingen komen te staan. Het is een belangrijke broed- en rustplaats voor trekvogels. Bij deze trekvogels moet u denken aan blauwborsten, rietzangers en bruine kiekendieven. Af en toe zijn er wel 50.000 grauwe ganzen aanwezig en komt er een grote populatie van de graszanger. De vogels zien de schorren en slikken als hun speeltuin. Rovers worden door hun aantallen aangetrokken als zeearend. Bovendien komen in het gebied bergeenden, smienten en lepelaars voor.
De plantenwereld kent ook bijzondere bewoners. Dwars door het verdronken land loopt een zoet-zoutovergang. West is zouter dan oost. De planten zijn afhankelijk van de zoet-zoutovergang. In de brakke omgeving groeien lepelblad, schorrezoutgras en zeeaster. Waar het zoeter wordt, verdwijnen de schorplanten en verschijnt riet.
Everglades
Op het eerste gezicht is Everglades National Park een eindeloos moerasgebied en zo plat als een pannenkoek. Echter, het subtropische zuidpunt kent prachtige flora en u staat misschien wel oog in oog met een alligator. Een waterpas-strakke horizon wordt gevormd door grassen, moerassen, kleine heuvels met hardhout, cipressen, mangroves en pijnbomen.
Het water van de Everglades is gemiddeld slechts een paar centimeter diep. U vindt langs de weg stopplaatsen met paden en houten bruggetjes door de drassige gebieden. Het pad wordt door verschillende dieren gekruist. Bij deze dieren kunt u denken aan moerasschildpadden, witbuikreigers, zeearenden en wasberen. Bovendien komen er in het gebied zeldzame krokodillen voor. In deze moerassen bereiken de krokodillen hun meest noordelijke leefgebied. Mogelijk treft u ook de lamantijn, een zeekoe die met uitsterven wordt bedreigd.
Locatie
In het Westerscheldegebied, op de grens van Nederland en België, ligt het Land van Saeftinghe. Het uitgestrekte schorrengebied is het grootste van Europa.